De Nederlandse telecommarkt heeft nog steeds te kampen met de naweeën van de economische crisis. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2016 is de telecommarkt in het eerste kwartaal van dit jaar met 0,7 procent verder gekrompen tot een totaalomzet van 1.2 miljard Euro. Echter door de sterk groeiende vraag naar mobiele data en de focus op abonnementen met onbeperkt mobiel bellen en internetten lijkt de telecommarkt zich enigszins te stabiliseren. De chronische omzetdaling, die sinds 2007 deze markt in een stevige greep houdt, lijkt hiermee wel af te vlakken.
Providers met eigen netwerk:
In Nederland zijn vier providers (MNO’s) actief die de beschikking hebben over een eigen mobiele netwerk: KPN, Tele2, T-Mobile en Vodafone. De kleinste en jongste MNO van deze vier is Tele2 wist, ondanks deze moeilijke tijden, een groei te realiseren van 36 procent waardoor zij nu een marktaandeel van 4.6 procent vertegenwoordigen. Ook marktleider KPN wist een zeer bescheiden groei te realiseren waarmee het marktaandeel naar 42.8 procent groeide. Het Duitse T-Mobile creëerde een stabiele omzet waardoor hun marktaandeel op 21.4 procent bleef steken.De grootste verliezer onder de MNO’s was Vodafone (Inclusief Ziggo) die hun markt marktaandeel een omzetdaling van 6.4 procent zagen dalen tot 31.2 procent.
Wegvallen roamingkosten:
Onder druk van de Europese Commissie zijn de Europese telecomproviders akkoord gegaan met het schrappen van de roamingkosten. Deze kosten werden, naast de gebruikelijke mobiele bel-, sms- en internetkosten, in rekening gebracht als een consument buiten het gebied van zijn eigen provider gebruik maakte van het mobiele netwerk van een andere provider. Vakantiegangers en internationale zakenlieden werden hierdoor regelmatig geconfronteerd met aanzienlijke kosten voor het mobiel bellen en internetten. Sinds 15 juni 2017 mogen de providers in de Europese Unie deze roamingkosten, ondanks enkele uitzonderingen, niet meer in rekening brengen bij de consument.
Kosten mobiel bellen en internetten:
Vooral omdat de mobiele telecommarkt sinds 2007 onder druk staat heeft zich een prijzenoorlog ontwikkeld in de kosten voor mobiel bellen en internetten. De belbundels en databundels werden allen maar groter terwijl de prijzen per belminuut of MB dataverkeer alleen maar lager werden. Ook de voorkeur van de consumenten voor de relatief goedkope sim-only abonnementen in plaats van de dure standaard abonnementen heeft een negatieve invloed gehad op de financiële resultaten van de mobiele providers. Hiernaast heeft de Europese Commissie ook restricties opgelegd aan het verkopen van abonnement inclusief toestel waardoor de mobiele providers hun omzet en rendement nog verder zagen teruglopen. Als we boven op dit alles ook de noodzakelijke investeringen in het mobiele netwerk meerekenen is het begrijpelijk dat de marges van de mobiele providers onder grote druk staan.
Prijsverhogingen:
Zoals het zich nu laat aanzien staan we op het keerpunt van de ontwikkelingen in de markt voor mobiel bellen en internetten. Marktonderzoekers verwachten dat deze markt zich nu enigszins zal gaan stabiliseren. Dit blijkt al uit het feit dat het grootste deel van de providers de tarieven voor triple-play en quad-play per 1 juli 2017 zullen gaan verhogen. Met een prijsverhoging van minimaal 1.8 procent en maximaal 5.4 procent hopen zij het verloren rendement uit het mobiele marktsegment op te kunnen vangen. Hierbij zullen enkele ‘dure’ zenders in het pakket plaats moeten maken voor ‘goedkopere’ zenders. Ook zullen de kosten voor het bellen met de vaste telefoon aanzienlijk stijgen. Het starttarief en de kosten per minuut voor de vaste telefonie zullen met een kleine 10 procent stijgen van 11 naar 12 cent. De voorgenomen prijsstijgingen liggen fors hoger dan de huidige inflatie waardoor abonnementshouders het recht hebben om het contract te laten ontbinden.
